Giacomo Puccini (1858-1924)
Puccini kiest niet voor mythische verhalen over verre goden, maar voor thema’s en personages waar de luisteraar zich mee kan identificeren. Zijn opera’s zijn meeslepend, intens dramatisch en leiden heel vaak naar een tragische dood van het hoofdpersonage. Madama Butterfly is hiervan een overtuigende illustratie. Het verhaal vertelt de relatie tussen de Japanse geisha Cio-Cio-San en de Amerikaanse luitenant Pinkerton. Puccini had David Belasco's theaterstuk Madame Butterfly in 1900 gezien en het inspireerde hem voor een nieuwe opera. De eerste versie ging in 1904 in première in de Scala van Milaan. Aanvankelijk had de opera geen succes, maar na enkele herwerkingen veroverde het dramatische verhaal de wereld.
In 1909 kreeg Madama Butterfly niet minder dan 42 voorstellingen in de Brussels Muntschouwburg. Puccini woonde de première bij. Naar aanleiding van deze productie gaf de Munt ook postkaarten uit, met uiteraard een afbeelding van de hoogdramatische slotscène van de opera.
Op 8 november 1909 bedankt Giacomo Puccini de beide operadirecteurs van de Muntschouwburg, Maurice Kufferath en Guillaume Guidé, voor de tweede opvoering van Madama Butterfly.
Op 29 november 1924 overlijdt Puccini in Brussel. De begrafenisdienst wordt massal bijgewoond. Op de plaats van zijn overlijden hangt nog steeds een gedenkplaat. In de bibliotheek bewaren we een kleine buste van Puccini, gemaakt uit albast.