Giuseppe Verdi (1813-1901)
Vertrekkend van de Italiaanse operatraditie, ontwikkelt Giuseppe Verdi een eigen stijl. De zangstem blijft de belangrijkste vertolker van de emoties, maar de melodievorming wordt vrijer; subtiel-expressief ondersteund door het orkest. Daardoor kan de handeling zich spontaner dan voorheen ontwikkelen. Zijn keuze voor Shakespeare en Shakespeariaanse onderwerpen tonen duidelijk aan dat Verdi niet kiest voor mythes of moraliserende stukken, maar voor het uitdrukken van een brede waaier van menselijke gevoelens. De emotionele herkenbaarheid is daardoor groot en direct, wat versterkt wordt door de aantrekkelijke, toegankelijke melodieën.
Daarnaast wordt hij ook het boegbeeld van het Italiaanse nationalisme. Hij belichaamde de zoektocht naar een eigen Italiaanse identiteit in tijden van politieke onrust en versnipperking.
Verdi is, net zoals andere bekende en geliefde componisten, herhaaldelijk afgebeeld.
Na de geflopte première van de opera Giovanna d'Arco in 1845 in de Scala van Milaan, nam Adeline Patti in 1868 de rol van Jeanne d’Arc op zich voor de Parijse uitvoeringen in het Théâtre des Italiens. Naar aanleiding van de Parijse première publiceerde de krant "L'Indépendance parisienne" op 12 april 1868 deze tekening van Verdi en de sopraan Patti, gekleed als Jeanne d'Arc. Daarnaast een karikatuur van Verdi met draaiorgel, gepubliceerd in Le Hanneton in 1867.
Titelpagina's van Don Carlo en Aïda, twee van de vele klavierreducties van Verdi's opera's die in ons bib bewaard worden.
Deze kleine bronzen plaquette is gemaakt door de Poolse medaillist Franz Stiasny (1881-1941).